Het eerste Citroën voertuig
André Citroën werd geboren in Frankrijk in 1878 en wekte voor enige tijd in de autofabriek Mors. In 1905, op 27-jarige leeftijd, richtte hij een tandwielfabriek op en in 1913 een bijkomende fabriek voor de vervaardiging van carburatoren. Zijn grote passie was de serieproductie; dit is waarom de eerste auto van Citroën na de eerste wereldoorlog meteen in serieproductie ging in 1919. Na de eerste productie van een passagierswagen met transportband door Henry Ford in de VS, was Citroën de eerste fabrikant om dit in Europa toe te passen. Het model Type A was dus het eerste Europese voertuig dat geproduceerd werd op een transportband.
Wereldrecords ondanks de financiële tegenspoed
De viercilinder motor met een vermogen van 10 PS werd gebouwd in zes verschillende carrosserieën. Reeds in het eerste jaar, van juni tot december 1919, werd er een totaal van 2500 wagens geleverd. In het jaar daarop, in 1920, werden er al 20.200 auto's geproduceerd! In de daarop volgende jaren was de producent erg succesvol en slaagde er op dat moment in 106 wereldrecords te breken. De voertuigen waren populaire wagens voor het gewone volk in Frankrijk. Tijdens het verloop van de economische crisis in 1929, kende de groep financiële moeilijkheden en was gedwongen om het bedrijf Michelin erbij te betrekken. Met vernieuwde krachten werd de Traction Avant Type 7 ontwikkeld, de een revolutie veroorzaakte in de auto-industrie. Deze verschilde volledig van de geproduceerde voertuigen van die tijd, aangezien dit het eerste voertuig was met een zelfdragende carrosserie, de eerste wagen met voorwielaandrijving en een ophanging met koppelstangen ter wereld.
Innovatie door vooruitgang
Citroën was steeds voor op andere producenten qua technologie. Op het autosalon van Parijs in 1934 toonden ze reeds drie verschillende 8-cilinder motoren. Tijdens de tweede wereldoorlog werd de productie volledig stopgezet, maar deze werd nadien opnieuw gestart. De 2CV werd in 1948 gepresenteerd op het Parijse autosalon. De auto, met een 375cm3 motor, werd door iedereen met een glimlach begroet, en behaalde een wereldwijde triomf. De ontwikkelaar van de voorwielaandrijving startte in 1955 ook met de productie van de Citroën DS, met een hydropneumatische ophanging voor alle wielen. Deze auto was ook de eerste wagen wereldwijd met stuurbekrachtiging, rembekrachtiging en adaptieve verlichting in bochten.
Overname door Peugeot
In 1975 werd het bedrijf overgenomen door zijn concurrent Peugeot. Sindsdien opereren ze onder de naam PSA. Het type CX, dat gebouwd werd tussen 1974 en 1991, was de laatste ontwikkeling enkel door Citroën. Alle volgende voertuigen, te beginnen met de Visa en LN, zijn gezamenlijke ontwikkelingen met Peugeot. Vele componenten en volledige groepen onderstellen worden van beide producenten samen gebruikt. Dus heel was onderdelen die in Peugeot wagens ingebouwd worden, kunnen ook gebruikt worden voor voertuigen van Citroën.