De hulpcilinder is een onderdeel van het koppelingssysteem in voertuigen, en wordt verbonden aan het koppelingshuis in de motorruimte. Wanneer het koppelingspedaal bediend wordt in het voertuig, transformeert de hulpcilinder de mechanische beweging in hydraulische druk, die via een leiding doorgegeven wordt aan de hoofdcilinder, die op zich de drukenergie omzet in kinetische energie. Vervolgens wordt door deze beweging de ontkoppelingshendel voor de koppeling bediend tussen de motor en de transmissie.

Het hydraulisch koppelingssysteem werkt volgens het natuurkundige principe van last x lastarm = macht x machtarm, wat betekent dat de hulpcilinder de druk gecreëerd door de hoofdcilinder met een lang pad en een kleine zuigergebied transformeert in een grotere kracht met een groter zuigergebied en een kort pad. Deze kracht is nodig om de duwstang op de ontkoppelingshendel te bedienen zodat de drukplaat ontkoppeld wordt.

De hulpcilinder bestaat uit de behuizing, de onluchtingsklep, de zuiger met een stofkap en de duwstang. Deze laatste wordt verbonden met de ontkoppelingshendel. De stofkap op de zuiger is ontworpen als een verzegelende ring. In de hulpcilinder wordt een vooraf samengedrukte veer ingebouwd, zodat de zuiger onder spanning staat wanneer deze zich in een ontkoppelde staat bevindt. Dankzij deze spanning ligt de druklager op de diafragmaveer in de koppeling, en compenseert daarmee de afstand tussen de wrijvingsplaat en de drukplaat.

De hulpcilinder kan in verschillende voertuigen ook gecombineerd worden met de hydraulische koppelingsbediening. Deze wordt dan in het koppelingshuis ingebouwd en is niet toegankelijk van buitenaf.

De voortdurende werking van de koppeling tijdens het rijden en schakelen betekent dat de hulpcilinder heel wat stress te verduren krijgt, net als de hoofdcilinder, en kan lekken. Theoretisch gezien kan de afdichtingsring op de zuiger vervangen worden, maar het is goedkoper om de volledige hulpcilinder te vervangen.

De vervanging dient uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd medewerker aangezien het hydraulische koppelingssysteem nadien ontlucht moet worden.